De winter is een moeilijke periode voor vogels. Het regent, sneeuwt en vriest, en de zoektocht naar voedsel wordt moeilijker. En net dan hebben ze meer energie nodig om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Geef de vogels in je tuin een warm welkom met volgende 5 tips van Natuurpunt.
Start in het najaar al met de voorbereidingen, zodat de tuinvogels de voederplaatsen en nestkastjes in je tuin al leren kennen.
Zo help je tuinvogels in de winter
Het gebrek aan voedsel, water en schuilplaatsen kan de vogels in je tuin nog kwetsbaarder maken in de winter. Vooral in de vriesperiodes hebben ze jouw hulp extra hard nodig.
1. Richt een 'restaurant' in
Nee, geen echt restaurant natuurlijk, maar eerder een leuke mix van voederhuisjes en voedertafels met gevarieerde voeding voor alle soorten vogels. Voorzie zeker ook een plaats voor drinkwater, zoals een ondiep kommetje met enkele keien in voor de stevigheid. Kortom, creëer een geweldig voederrestaurant voor alle tuinvogels!
Voorzie hoge en lage voederplekjes, want elke vogelsoort heeft zo z'n voorkeur.
Ken je het GOOD-assortiment voor tuinvogels al? Exclusief verkrijgbaar bij Tom&Co, zal het je kleine bezoekers verblijden met zijn gezonde zaadmixen en met fruit verrijkte vetbollen.
Ontdek alle GOOD-producten voor tuinvogels in je Tom&Co-winkel of op onze e-shop.
2. Maak de voederhuisjes schoon
Weet je waarom de voedertafels altijd proper moeten zijn? Door ze schoon te houden vermijd je dat er ziektes worden doorgegeven tussen de vogels onderling.
Zo houd je de voederhuisjes en voedertafels proper:
- Borstel bij elke opvulbeurt de voederbak schoon
- Gebruik elke twee weken een sopje van proper water, zeep en een borstel, voor een meer grondige reiniging
- Maak smalle feeders schoon met een flessenborstel
3. Maak de nestkastjes klaar
De winter is hét seizoen om de nestkastjes klaar te maken voor de tuinvogels. Vergelijk het met een lente-schoonmaak, maar dan in het winterseizoen. Maak alle kastjes leeg en poets ze met water en natuurlijke zeep. Zo hebben vogels een propere warme thuis voor de winter.
4. Hang je nestkastje op de juiste plaats
Om zoveel mogelijk vogeltjes aan te trekken en je vogelhuisjes bewoonbaar te maken is het belangrijk om de nestkastjes goed op te hangen. Dat doe je zo:
- Hang ze tussen 2 en 5 m van de grond.
- Zorg ervoor dat katten er niet bij kunnen.
- De opening mag niet naar de dominante windrichting gericht zijn. Je hangt ze het best met de opening naar het zuidoosten.
- Er mag zeker geen obstakel voor de opening staan, zodat de kleintjes kunnen uitvliegen.
- Voorzie 3 m afstand tussen nestkastjes voor verschillende vogelsoorten.
- Voorzie 10 m afstand tussen nestkastjes voor dezelfde soort.
5. Kies voor een klein najaarsonderhoud
Een tuin waar vogels zich welkom voelen, is een tuin die niet al te perfect is. Heb je niet zo'n groene vingers? Ideaal voor de tuinvogels. Laat de natuur maar lekker groeien.
- Hark de bladeren bij elkaar … maar niet te veel! Laat wat bladeren en kleine takjes en twijgjes liggen in een hoek van de tuin. Heel wat vogels kunnen dat gebruiken als nestmateriaal of om er naar insecten te zoeken. Ja, ook in de winter!
- Snoei niet alle struiken helemaal kort: dat zijn immers schuilplaatsen bij slecht weer.
- Maak een composthoop, want daarin vinden ze smakelijke wormen en insecten.
Je hebt een groot hart voor tuinvogels en andere dieren in de natuur? Dan is een lidmaatschap voor Natuurpunt echt iets voor jou.