Sterilisatie en castratie hebben invloed op het gedrag en gezondheid van je hond. Ben je nog niet zeker of je je puppy wil steriliseren of castreren? Lees ons advies en bespreek het verder met je dierenarts.
Het castreren of steriliseren van je hond brengt voor- en nadelen met zich mee. Maak voor je eigen huisdier de juiste afweging.
Bij castratie worden de testikels van de reu verwijderd. Dit maakt je hond onvruchtbaar en vermindert de productie van geslachtshormonen zoals testosteron.
Bij sterilisatie worden de eierstokken van de teef (en eventueel de baarmoeder) verwijderd. Dit maakt je hond onvruchtbaar en stopt de loopsheid.
Je hondje steriliseren vóór de 1e of 2e loopsheid, kan het risico op tumoren van het melkklierweefsel beperken en de kans op een baarmoederinfectie vermijden. Maar bij bepaalde teefjes van grote rassen werden neveneffecten vastgesteld (incontinentie, orthopedische problemen, tumoren).
Daarom zijn de wetenschappelijke aanbevelingen de voorbije jaren herzien:
In overleg met je dierenarts kun je de testikels van je hond op 6 à 9 maanden laten verwijderen in de volgende gevallen:
Een sterilisatie of castratie brengt hormonale veranderingen, een verhoogde eetlust en mogelijk minder actief gedrag met zich mee. Een gewichtstoename is niet onvermijdelijk! Een aangepaste of speciale voeding voor ‘gesteriliseerde honden’ (bijvoorbeeld de nutri expert weight) in combinatie met iets meer beweging kan het risico tot overgewicht inperken.