Zou jij graag bij elke maaltijd hetzelfde eten? Waarschijnlijk niet ... Maar hoe zit dat bij je kat? Is zijn smaakzin voldoende ontwikkeld om het verschil te proeven tussen een zalmmousse en een terrine met kip? We vertellen je alles over het smaaksysteem van je kat, dat zo anders is dan dat van ons.
Als je de smaakzin van je kat begrijpt, kan je beter voldoen aan zijn voedingsbehoeften en hem een culinaire ervaring bieden die past bij zijn natuur.
Net als jij proeft je kleine tijger smaken voornamelijk dankzij zijn smaakpapillen – de ‘kleine puntjes’ op zijn tong – maar ook via andere microsensoren in zijn mond.
Het grote verschil? Je kat heeft bijna 20 keer minder van deze sensorische receptoren dan jij. Katten kunnen met andere woorden wel smaken onderscheiden, maar minder goed. Of tenminste sommige ervan ... Zo proeft je kat bijna geen zoet en kan het hem dus maar weinig bekoren. Zout daarentegen valt veel beter in de smaak. Katten zijn dan ook carnivoren en vlees bevat nu eenmaal ... natrium!
Katten kunnen ook bitterheid onderscheiden, waardoor ze bepaalde mogelijk giftige voedingsmiddelen of stoffen kunnen vermijden.
De smaakpapillen van katten zijn bijzonder gevoelig voor zout, maar onderscheiden nauwelijks zoet.
Zoals we al zeiden, is je poes een carnivoor: zijn eiwitbehoeften zijn dan ook hoog. Om hieraan te voldoen, gaat zijn voorkeur van nature uit naar:
Al eens geprobeerd? Je kan je kat vaak echt een plezier doen met bepaalde extraatjes zoals kattengras, biergist of kattenkruid, die hun eetlust aanwakkeren en de spijsvertering bevorderen. Bespreek dit met je dierenarts om te bevestigen dat het geschikt is voor haar specifieke behoeften.
Net als bij mensen kunnen smaken en voorkeuren uiteraard van kat tot kat verschillen. Terwijl sommige katten nogal ‘kieskeurig’ zijn als het op hun eten aankomt, staan andere katten meer open voor verschillende smaken en texturen.
Het is duidelijk dat de smaakzin niet het meest ontwikkelde zintuig is van je kleine vriend. Maar wist je dat hij de smaak van een voedingsmiddel op een andere manier kan opvangen, zelfs zonder het in zijn mond te nemen? Hij hoeft er alleen maar aan te ruiken, want in het betere snuffelwerk is je favoriete viervoeter een absolute kampioen!
Zijn neusholten bevatten miljoenen reukreceptoren die hij gebruikt om met soortgenoten te communiceren, zijn prooi te lokaliseren, zijn territorium af te bakenen en ... om zijn maaltijdvoorkeuren te bepalen. Is je kat een moeilijke eter, schotel hem dan gerust natvoer voor – dat lekkerder ruikt dan brokjes bijvoorbeeld – of probeer mixed feeding.
Ook medicijnen of gezondheidsproblemen kunnen de voedingsvoorkeuren van je kat beïnvloeden.
Het is niet aan te raden om regelmatig het voer van je kat te veranderen. Althans niet te abrupt. Het ideale scenario? Introduceer elk nieuw voedingsmiddel geleidelijk aan en in kleine hoeveelheden om je kat het te leren waarderen en goed te verteren.
Dit leerproces verloopt des te vlotter als je speelkameraadje nog jong is. Indien mogelijk zelfs meteen wanneer je hem in huis haalt. Zodra hij vertrouwd is met deze nieuwe smaken en texturen, zal hij je ongetwijfeld duidelijk laten merken wat zijn voorkeuren voor bepaalde smaken zijn en waar hij een afkeer van heeft! Aan jou om hem tevreden te stellen door de smaken af te wisselen, en dan bij voorkeur binnen hetzelfde merk ...